Algemene Tips

Laat uw printer altijd aanstaan.
Epson printers zorgen er zelf voor dat er eens in de zoveel tijd een klein reinigingsprogramma wordt gevolgd t.b.v. de printkop. Hierdoor raken de spuitkanalen niet verstopt. Dit kost nagenoeg geen inkt.

Een printer die lang heeft uitgestaan zal meer spoelen en dus meer inkt verbruiken op dat moment.

  • Check de cartridge of de ontluchting bovenop de cartridge daadwerkelijk vrij is van plastic of lijmresten.
  • Doe bij een nieuwe cartridge altijd eerst de nozzle check. In sommige gevallen moet je met een nieuwe patroon 2 á 3 keer schoonmaak procedure volgen.

 

  1. Verwijder de plastic verpakking.
  2. Verwijder het plastic ontluchtingslabel.
  3. Plaats het inktpatroon voorzichtig in de printer.

Mocht de printer een melding geven dan kun u deze negeren. 
Installeer ook nooit updates van de printer en/of windows. Klik hier voor uitleg

Reinigen printkoppen

Doorgaans lost u problemen met de kwaliteit van afdrukken op door de printkoppen goed te reinigen. Neem de volgende instructies door voordat u verdergaat:

U kunt de koppen van de EPSON Stylus-printer op twee manieren reinigen: via het hulpprogramma voor het reinigen van de printkoppen in de driver of door de inktknop vijf seconden ingedrukt te houden.
Hieronder worden de verschillend
e omstandigheden beschreven waaronder u deze methoden moet gebruiken.

Voor Epson Inkjet-printers kunt u drie reinigingsniveaus instellen:
• Level 1 Cleaning - Minor Cleaning (Reinigingsniveau 1 - Licht reinigen)
• Level 2 Cleaning - Moderate Cleaning (Reinigingsniveau 2 - Normaal reinigen)
• Level 3 Cleaning - Heavy Cleaning (Reinigingsniveau 3 - Grondig reinigen)

Wanneer u een reinigingscyclus wilt uitvoeren via het bedieningspaneel van de printer, is alleen een reiniging van het eerste niveau mogelijk.
Ook als u de reinigingscyclus meerdere keren via het bedieningspaneel uitvoert, wordt alleen een reiniging van het eerste niveau uitgevoerd.
Als u denkt dat de printkoppen grondig moeten worden gereinigd, moet u de onderstaande instructies uitvoeren.

De printerdrivers zijn zo ontworpen dat u de drie verschillende reinigingscycli eenvoudig kunt uitvoeren.
Wanneer u de cycli uitvoert vanuit de printerdriver, worden de reinigingen altijd op de volgende wijze uitgevoerd:

• Voer de eerste reinigingscyclus (niveau 1) uit vanuit de driver. U wordt gevraagd een spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
• Als het spuitkanaaltjespatroon is voltooid, klikt u op Voltooien of Reinigen. Als het spuitkanaaltjespatroon niet naar behoren is afgedrukt,
   kunt u het beste op Reinigen drukken. 

• Als u op Reinigen klikt, wordt een reinigingscyclus van het tweede niveau uitgevoerd.
   U wordt opnieuw gevraagd een spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
• Als het tweede spuitkanaaltjespatroon is voltooid, klikt u op Voltooien of Reinigen.
   Als het spuitkanaaltjespatroon nog niet naar behoren is afgedrukt, kunt u weer het beste op Reinigen drukken. 

• Als u op Reinigen klikt, wordt een reinigingscyclus van het derde niveau uitgevoerd. U kunt dan voor de derde keer een spuitkanaaltjespatroon afdrukken.
   De volgende keer dat u een reinigingscyclus uitvoert, wordt weer begonnen met niveau 1.